Hoe werkt de zandstrooiinstallatie van de tram?

Bij slechte weersomstandigheden, zoals regen- en sneeuwbuien, wordt de trambaan glad. Om te kunnen remmen gebruikt de tram zand, dat via de zandstrooiinstallatie onder het tramvoertuig wordt gestrooid.

Tijdens de winterperiode zet de RET voor de eerste tramritten een zogenoemde borstelwagen in, die het spoor grotendeels sneeuwvrij maakt. Door extreme gladheid kan het echter voorkomen dat er tijdens de ritten extra veel zand wordt verbruikt. De trams moeten de zandvoorraad dan vaker bijvullen en dat kan alleen in de remise. Als het zand op is, mag het voertuig uit veiligheidsoverwegingen geen reizigers meer vervoeren. De trambestuurder moet dan 'Niet instappen' op de tram zetten en naar de remise terugrijden. Hierdoor kunnen ritten uitvallen en kan er helaas vertraging ontstaan.