Ik reed een dagje mee in de bus op Zuid

Sam de Jong


Zoals je waarschijnlijk wel hebt meegekregen, is Rotterdam-Zuid de laatste tijd redelijk veel in het nieuws. Ik vroeg me af hoe buschauffeurs het rijden in Rotterdam Zuid ervaren. Daarom ga ik een ritje mee met een bus op Zuid die zowel door IJsselmonde als Charlois gaat.


Mijn rit op Zuid begint bij Sluisjesdijk.
Sluisjesdijk is de locatie van garage van de bussen en de wachtruimte voor chauffeurs die de lijnen in Rotterdam Zuid en Barendrecht rijden. Ik mag vandaag meerijden met buschauffeur Rogier. Hij rijdt in bus zeventig richting Keizerswaard. Als ik aankom bij de wachtruimte is Rogier nog aan het rijden. Terwijl ik wacht praat ik even met wat andere buschauffeurs die nu pauze hebben. Er hangt een gezellige sfeer onder de chauffeurs. Ik vraag ze of ze wel eens wat bijzonders meemaken als chauffeur. ‘’Heb je een week?’’ zegt een van hen lachend. De chauffeurs waar ik mee praat werken allemaal al ongeveer veertig jaar bij de RET. Ze vertellen mij dat er elke dag wel wat gebeurt, soms gebeurt er iets heftigs. Een van hun collega’s heeft bijvoorbeeld pas nog een steekpartij meegemaakt. ‘’Je merkt wel dat het publiek wat onpersoonlijker wordt. Maar het werk blijft leuk zolang je het zelf leuk maakt.’’
Inmiddels is buschauffeur Rogier binnen. Het is een kale man met een volle baard en een vrolijke uitstraling. Hij komt uit Brabant, dat is ook wel te horen. Rogier heeft tien minuten pauze om een boterhammetje te eten. Daarna vertrekken we gelijk naar de bus. Rogier rijdt vandaag in een waterstof bus. Dat is leuk, want hier heb ik zelf nog nooit in gezeten. Het is een hele mooie bus, hij ziet er nog uit als nieuw.

Ik vraag Rogier wat hij allemaal leuk vindt aan zijn baan en hij houdt niet meer op. ‘’Ik vind het leuk om in verschillende bussen te rijden, ik vind de techniek ervan ook wel interessant. Het rijden vind ik leuk, met mensen omgaan vind ik leuk. Ik vind wisselende diensten ook heel leuk. Bijvoorbeeld rijden met de kerst, dan heb je een hele andere ambiance. Gezelliger. Er zijn weinig minpunten aan buschauffeur zijn, ik vind het gewoon leuk.’’ Als hij dan toch een minpuntje zou moeten geven gaat het meer over de omstandigheden dan het rijden zelf. Het gebeurt namelijk weleens dat er file is en hij achterloopt op zijn rondje. Dat is vervelend voor de reizigers natuurlijk, maar ook voor Rogier zelf. Dit gaat dan namelijk van zijn pauze af.

Om 12.54 uur vertrekken we in de Waterstof bus richting Keizerswaard.
Vanmorgen scheen de zon nog, maar terwijl we wegrijden begint het te regenen. Ik kom hier niet vandaan en ik heb ook nog nooit op deze buslijn meegereden. Ik ben erg benieuwd wat ik allemaal tegen ga komen.
We rijden bijna meteen een woonwijk in met redelijk smalle straten voor een bus. De bus moet hele ruime bochten maken, waardoor ik telkens denk dat we een stoepje gaan pakken. Er stappen bij elke halte wel mensen in. Het wordt al snel heel druk. Als we bij Zuidplein aankomen stapt bijna iedereen uit. We rijden door naar de instaphalte, in de verte zie ik heel veel mensen staan. Een hele groep mensen staat onder een schuin afdakje te schuilen voor de regen. Ze stappen snel in.
We rijden door allemaal wijken waar ik nog nooit geweest ben. Overal is er wel wat te zien. Langs de weg staat een jongetje dat naar de bus zwaait. Ik zie veel mensen instappen met boodschappentassen of zo’n trolly tas. Een aantal haltes verder begint het al weer druk te worden en moeten mensen gaan staan. We rijden nu ongeveer een half uurtje en voor het eerst zie ik een lege halte waar we voorbij rijden. Rogier zwaait naar de tegemoetkomende collega’s, zoals je chauffeurs dat altijd ziet doen.

Ik maak nog even een praatje met Rogier. Ik vraag hem of hij wel eens last heeft van reizigers, en of ze wel eens agressief zijn. Hij vertelt dat de agressie in de bus wel mee valt, het verschilt natuurlijk wel per buslijn. Hij heeft eigenlijk meer last van weggebruikers dan van reizigers zelf. Maar hij maakt wel eens bijzondere dingen mee. ‘’Bijvoorbeeld gister. Ik ben aan het rijden, hoor ik achter me ineens klik klik klik. Ik kijk achterom. Zit gewoon een nette kerel zijn nagels te knippen in de bus. Dat vind ik echt belachelijk. Ik zeg wat bent u nou aan het doen, bent u nou uw nagels aan het knippen in de bus? Dat moet u niet doen in de bus. Oh hoezo niet? Ook nog dat waarom niet, snap je. Ik ga ze er niet uit zetten maar ik ben wel meteen corrigerend van dat wil ik niet hebben. Ik kan daar met m’n pet niet bij. Soms heb je van die mensen die met een zakje zonnebloempitten in een hoekje gaan zitten. Zitten ze die pitjes zo uit te spugen. Dan ligt er gewoon een hele berg met pitjes.’’
Het is inmiddels gestopt met regenen. Elke halve minuut hoor ik een ‘ping’ van de stopknop, ik zou daar denk ik toch wel gek van worden een hele dag lang. We komen aan bij Keizerswaard waar we even vijf minuten stil staan. Er komt een vrouw aangelopen met een rollator met zo’n soort fietstas er overheen, een blauwe met bloemetjes. Ze vraagt Rogier of dit de goede bus is richting de halte Spinozaweg en stapt in.

Vanaf de Keizerswaard nemen we dezelfde route terug naar de Sluisjesdijk.
Bij een halte staat een wat oudere vrouw die netjes haar hand opsteekt naar Rogier. Het is bijna niet stil in deze bus. Het valt mij op dat het erg gezellig is in de bus, iedereen kletst gezellig met elkaar. Bij de Spinozaweg stapt de vrouw met rollator uit, ze zwaait nog even. We rijden langs de volgende halte. Naast deze halte staat een oliebollenkraam én een snackbarkraam. Ik weet wel wat ik zou doen als ik hier op de bus moest wachten. De zon begint weer door te komen.

Rogier begint zachtjes te fluiten en zwaait naar een tegemoetkomende trambestuurder. Achter mij zit iemand aan de telefoon. Zo iemand waarbij je het hele gesprek mee kan luisteren. Opeens hoor ik wat gekraak, ik ruik dorito’s. Ik kijk achterom waar een vrouw rustig een hele zak kaas dorito’s naar binnen aan het werken is. De bus begint langzaam helemaal naar dorito’s te ruiken. Een paar haltes verder stapt ze uit. Als ik haar weg zie lopen zie ik dat ze op haar hoofd een zonnebril heeft en op haar rug, als een soort rugzak, een paraplu. Heel mooi. Haar look omschrijft precies het weer van vandaag.
We zijn alweer bij Zuidplein. Er stappen eerst weer veel mensen uit, waarna er weer veel nieuwe mensen instappen. Ik vind het leuk om te zien dat al deze mensen duidelijk ergens anders vandaan komen. Twee kleine vrolijke meisjes stappen de bus binnen met hun oma. De meisjes dragen samen een grote Intertoys tas. Oma loopt er achteraan met een poppenhuis dat ongeveer even groot is als de meisjes zelf. Ook stappen er twee meiden in kokerrokken de bus in, het lijkt of ze een stewardess opleiding doen. Achter hen stapt er een vrouw in met een compleet Adidas pak aan, zalmroze met witte strepen. Ik vraag me af waar zij vandaan komt.
De rit is bijna voorbij. Er zit al een tijdje een wat oudere man naast mij aan de andere kant van de bus. Hij is duidelijk aan het genieten van de reis. Soms kijkt hij me wat nieuwgierig aan als ik aan het schrijven ben. Als we weer terug rijden langs de smalle woonwijk valt het mij op dat er allemaal Feyenoord vlaggen uithangen. Hier stappen de laatste mensen al uit.
In de verte zie ik het RET logo van de garage Sluisjesdijk al dichterbij komen. Mijn reis is weer voorbij.