De Buitengewoon Opsporingsambtenaren Openbaar Vervoer (BOA’s OV) van de RET werken nauw samen met de Centrale Verkeersleiding van de RET. De Centrale Verkeersleiding is als het ware de extra ogen in het OV voor de BOA’s OV.

Bij de Centrale Verkeersleiding wordt ook cameratoezicht gehouden door BOA’s OV. Als de BOA bij de Centrale Verkeersleiding via cameratoezicht een overtreding waarneemt, zoals het roken op een station of doortrappen van een poortje, dan kan hij/ zij de BOA’s in het OV inschakelen om er naar toe te gaan.

De BOA bij de CVL geeft dan een beschrijving van de persoon door en waar de persoon zich in bijvoorbeeld de metro of het station bevindt. De BOA’s OV houden de persoon dan staande. Voor de persoon zelf, maar ook voor de medereizigers kan dit soms voor verwarring zorgen. De reizigers eromheen hebben vaak de overtreding - wat soms eerder en/ of buiten de metro heeft plaatsgevonden-  namelijk veelal niet gezien.

Verdachte uit het voertuig halen

In sommige gevallen kiezen de BOA’s OV ervoor om de verdachte uit het voertuig te halen. Vaak maken de BOA’s OV dit aan de persoon, maar ook aan de medereizigers, kenbaar dat hij/zij met behulp van cameratoezicht van een strafbare feit wordt verdacht, zodat dit voor de reizigers gelijk duidelijk wordt. De reden om de persoon uit de metro te halen is om de andere reizigers niet tot last te zijn, maar voornamelijk om te verifiëren dat de BOA’s OV de juiste persoon staande hebben gehouden. De BOA die op de Centrale Verkeersleiding zit kan dit via de camera’s op het station bevestigen. 

Dit alles doen de BOA’s OV in samenwerking met de Centrale Verkeersleiding van de RET voor een veilig openbaar vervoer in de regio van Rotterdam.

Bekijk ook dit filmpje over de samenwerking tussen de BOA’s OV en de Centrale Verkeersleiding.