Uit je eigen stad

Het is een boerderij, het is een restaurant, het is een werkplek. Aan de rand van de metropool leren Rotterdammers waar hun eten vandaan komt.

Met een hooivork op de akkers van het industrieterrein: bij dit restaurant leren stedelingen waar hun eten vandaan komt. En daarna weer simpel weg met de metro.


Midden in de zee- en vislucht, liggen akkers en kassen.

In de voormalige fruithavens op bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse staat een boerderij. Tussen de hijskranen en schoorstenen, naast de Schiedamse weg, midden in de zee- en vislucht, liggen akkers en kassen.

Op die akkers en in die kassen werken mensen. Een jongen loopt langs in een blauw overall. In zijn linkerhand draagt hij een hooivork, in zijn rechterhand een schop. Hij is op weg naar de tunnelkassen, waar hij en zijn collega’s tomaten en kroppen sla oogsten.

Zo van de akkers, in de metropool

De fruitsoorten, groenten en kruiden die ze er verbouwen, zijn voor het restaurant dat op het terrein ligt: Uit je eigen stad. Vanaf het terras overziet bedrijfsleider Robert Pelikaan de akkers met een glimlach. Met zijn volle witzwarte baard, paardenstaart en knoestige werkhanden ziet hij eruit alsof hij zo van een van de akkers is gestapt.

“Uit je eigen stad ontstond in 2012”, vertelt Robert, naar een idee van onder anderen landbouwspecialist Johan Bosman. Het concept: lokaal groenten telen en die op de markt verkopen. Op deze manier gaan ze de milieudruk van groentetransport en bestrijdingsmiddelen tegen – alle groenten zijn biologisch. Later startten ze hun eigen restaurant, dat nu ook een vestiging op Centraal Station heeft.

Stadsboerderij maar ook plek voor ex-gedetineerden

Robert: “Het grootste deel van ons eten komt hier vandaan, van deze twee hectare.” Kinderen in rubberlaarsjes rennen tussen de houten picknicktafels op het terras, op weg naar de biggen, bijen en moestuintjes. “De rest kopen we in. Het is allemaal afkomstig uit, wat is het, een straal van 35 kilometer.” Robert lacht. “Geen haricotverts uit Zimbabwe, maar uit de kastunnel.”

Meer nog dan stadsboerderij en restaurant wil Uit je eigen stad een sociale werkplaats zijn. Het bedrijf draait op twintig tot dertig vrijwilligers en ongeveer tien mensen in loondienst. Sommige van de tomatentelers zijn werklozen, die naar een nieuwe baan begeleid worden. In de kassen staan ook ex-gedetineerden die opnieuw hun plek in de samenleving proberen te vinden.

Je eet wat, drinkt wat en dan weer weg met metro en tram

Want, zegt Robert, wat is er nou heerlijker dan in de tuin werken? Een stuk grond onkruidvrij maken. En daarna: een zaadje planten, en de groenten zien groeien. “Daar knappen mensen van op. Het geeft rust.” Uit een aan het terrein grenzend bakstenen gebouw waar nu een oefenruimte zit, klinken de tonen van een basgitaar. Iemand slaat ritmisch op een tamboerijn.

Bij Uit je eigen stad kun je ook cursussen volgen. Moestuinieren, kruiden kweken, balkongroenten verbouwen. Om de hoek stopt de tram, metrostation Marconiplein is even verderop. “Veel mensen komen bij ons met het openbaar vervoer”, zegt Robert. Ideaal: ze eten een hapje, drinken een biertje en kunnen daarna weer makkelijk terug.

Stedelingen en het weten over hun eten

Wat ze echt willen bij Uit je eigen stad: “Rotterdammers laten zien waar hun eten vandaan komt”, zegt Robert. Want mensen zien spruitjes in de supermarkt, maar hoe ze geplant worden? Ze hebben geen idee. Dat wist zelfs zijn eigen negentienjarige zoon niet, moet Robert toegeven – tot voor kort. Hij nam hem mee naar de akkers aan de Marconistraat. Robert, lachend: “’Ah’, zei hij toen. ‘Groeien ze zo?’”