Reizen met kinderen

Is je kind vier jaar geworden, dan moet hij of zij reizen met een eigen OV-chipkaart. Tot die leeftijd mogen je kinderen gratis met tram, bus en metro reizen. Reis je met je kind in een buggy of kinderwagen, maak dan gebruik van de brede toegangspoortjes. Die vind je meestal aan de buitenkant van de poortjesrij.

Elk kind van vier jaar en ouder heeft een persoonlijke OV-chipkaart nodig om op saldo met korting te kunnen reizen. Is je kind 3 jaar en 6 maanden oud, dan kun je deze kaart al voor hem of haar aanvragen. De korting voor kinderen wordt automatisch op deze persoonlijke OV-chipkaart verrekend.

Bus

  • Kinderwagens mogen naar binnen door de voor- en achterdeur. Dit is aangegeven met een sticker op de deur.
  • Er mogen maximaal twee uitgeklapte kinderwagens in de bus mee. ‘Parkeer’ ze op de daarvoor bestemde plek (het balkon).
  • Staan er al twee kinderwagens in de bus, dan beslist de chauffeur of er nog meer kinderwagens mee kunnen. Als de chauffeur vindt dat het kan, zal hij je vragen de kinderwagen in te klappen. Doe je dit niet, dan ben je zelf verantwoordelijk voor het vervoer van de kinderwagen. De RET is dan niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door de kinderwagen wanneer de bus bijvoorbeeld plotseling moet remmen.
  • Bij het instappen geldt: mensen met een rolstoel hebben voorrang boven mensen met een kinderwagen.
  • De chauffeur bepaalt hoeveel (uitgeklapte) kinderwagens er in de bus mee mogen. Afhankelijk van de situatie (volle bus, drukte onderweg)kan het aantal kinderwagens per rit verschillen en kan (en mag) de chauffeur een kinderwagen weigeren.

Tram

  • Kinderwagens mogen door de achterste deur naar binnen. Dit is met een sticker op deze deur aangegeven. Is het niet mogelijk om via de achterste deur in de tram te stappen, dan geeft de conducteur aan waar de kinderwagen naar binnen kan. Hij vertelt ook waar je de kinderwagen in het voertuig kunt plaatsen.
  • Er mag één uitgeklapte kinderwagen mee in de tram. Staat er al een kinderwagen in de tram, dan beslist de conducteur of er nog meer kinderwagens mee kunnen. Zo ja, dan vraagt hij je om deze in te klappen. Doe je dit niet, dan ben je zelf verantwoordelijk voor het vervoer van de kinderwagen. De RET is dan niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door de kinderwagen wanneer de tram bijvoorbeeld ineens moet remmen.
  • Bij twijfel bepaalt de conducteur hoeveel (uitgeklapte) kinderwagens er mee mogen. Afhankelijk van de situatie (volle tram, drukte onderweg) kan het aantal kinderwagens dat mee mag per rit verschillen en kan de conducteur een kinderwagen weigeren.

Metro

  • Mensen met een kinderwagen doen er verstandig aan om de rolstoelingang te gebruiken. Elk rijtuig heeft zo’n ingang. Deze zijn te herkennen aan de rolstoelsticker op de betreffende deur. Plaats je kinderwagen niet bij de deur van de bestuurder.
  • Vragen de RET-medewerkers je om je kinderwagen in te klappen of te verplaatsen, dan moet je dit doen.